Activiteiten
Bij alle activiteiten geldt dat er verbale begeleiding van de activiteiten plaats kan vinden Je
praat als het ware
tegen je handen. Dit kan op den duur helpen om het organisatie aspect van de complexe
fijnmotorische activiteiten te verbeteren zodat ze geautomatiseerd kunnen plaatsvinden en dus
sneller. Tevens kun je dit niet
doen en kijken hoe het proces naar het resultaat toe vanzelf ontstaat.
Armen en handen
-
Van crêpepapier een slinger maken door een kraaltje aan een draadje aan het eind van de slinger te
bevestigen. Boven het kraaltje ontstaat dan een handvat dat je vast houdt als je de slinger
slingert (zie tekening pagina 2).
Met de slinger met elke hand afzonderlijk grote cirkels maken, voor en naast het lichaam, proberen
de slinger met de andere hand over te pakken, een achtfiguur voor je lichaam maken, ook met elke hand
afzonderlijk. -
Met een deegroller pizza maken, echt of van klei, naar voren en naar achteren rollen, maar ook diagonaal. Daarna met de vingertoppen de pizza nog platter maken. In de pizza kleine dingen verstoppen zoals strijkkraaltjes. Op de pizza versieringen maken als hele kleine balletjes voor kaaskruimels, grotere balletjes voor tomaatjes, sliertjes voor ham, etc. Dit kan ook tijdens een zomervakantie met zand, dan zandkastelen bouwen. Met klei balletjes maken en deze tussen de vingers fijnknijpen.
-
Met klei, een sliert tussen je vingers door weven. Eerst de sliert maken. Het is net een lange slang die je maakt door met je vingers de klei in deze vorm te rollen.
-
Op de deksel van het kleidoosje een stuk klei leggen en de klei plat maken door er met gestrekte
vingers, twee handen tegelijk fijn te drukken. Vingers zouden gestrekt moeten blijven. Het leuke is, dat er op
deze manier een stempel van het doosje op komt. -
Met klei en twee handen tegelijk een balletje maken. Je bent geneigd hier de tafel voor te
gebruiken, omdat dit makkelijker is, maar de bedoeling is nu juist met de handen!! -
Van pijpstokers allerlei figuren maken door ze om elkaar heen te draaien. Hier kun je ook letters
mee maken of iets anders wat jezelf erg leuk vindt. -
Hij/zij houdt een bal vast met 2 handen, deze wordt door iemand anders geprobeerd eruit te trekken,
vooruit, of door hem eerst naar links of naar rechts te draaien. -
Heel veel kleuren en in het zand spelen
-
Draaispelletjes in de hand met een potlood, eerst met 1 hand, tegelijk, als dit beter gaat, dan met
2 tegelijk. Een touwtje om een potlood bevestigen en dit eraf en omheen draaien. -
Met je vingers langs een mikado stokje omhoog klimmen en weer naar beneden
-
Plakband op je nagels plakken en dan met de duim van dezelfde hand waar het plakband op zit, weer
eraf halen en in een balletje rollen. Ditzelfde kun je ook doen met klei. -
roeren in de pannen of in een kopje met 2 lepels.
-
spelletjes met een touwtje om je vinger zoals: kop en schotel.
-
In de winkel zijn boekjes te koop waarin doolhofspelletjes en nummerteken spelletjes in staan. Dit
zijn leuke oefeningen om de oog-hand coördinatie te verbeteren. Er zijn ook boekjes die allerlei
knopen/ touwspelletjes aanleren zodat je met je vingers lekker aan het knutselen bent. -
Balletjes om in te kneden, zoals jongleer balletjes, zijn goed om de kracht in de vingers te verbeteren
-
een balletje maken van elastiekjes
Met een hand een klein potje openmaken met de duim, het potje zit in de handpalm, daarna met elke
vinger en de duim afzonderlijk verschillende formaten kraaltjes eruit halen. Hierdoor worden de
kleine handspiertjes die de vingertoppen doen buigen en strekken nog extra geoefend. -
Op een schoolbord dat aan de muur hangt, met kleine krijtjes en sponsjes tekenen, uitgummen